Verhalen

In Hard gras 165 (december 2025) verscheen het verhaal ‘Gelijk het gras’:

Hij liep als iemand die een kruiwagen voortduwt: met hangende schouders en een gelijkmatige, bonkige pas. Zijn handen lagen over elkaar op zijn rug. Kronkelige, vertakkende aders rustten op zijn onderarmen. Hij droeg een zwarte pantalon met een onberispelijke, messcherpe vouw en een lange, grijze regenjas, waarvan hij de mouwen tweemaal had omgeslagen. Zijn gezicht zou vriendelijk hebben geleken als zijn blik niet zo somber, bijna streng was geweest.
[…]

In Liter 118 (oktober 2025) verscheen het verhaal ‘Grote verwachtingen’:

Wij hadden thuis nooit vuurwerk. Mijn vader vond het geldverspilling. ‘Je kunt je geld beter uitgeven aan andere dingen,’ zei hij. Mijn moeder vond het vooral gevaarlijk.
‘Je zet je ogen en je oren op het spel,’ zei zij.
[…]



In Hard Gras 161 (april 2025) verscheen het verhaal ‘Het lijk in het park’:

Al jaren fungeert mijn boekenkast tevens als prijzenkast. Niet dat ik veel prijzen gewonnen heb. Geen, eigenlijk. Mijn carrière als voetballer kent opvallend weinig hoogtepunten. Ik herinner me geen kampioenschappen, geen grootse overwinningen. Een keer een derde plaats in de competitie, een verloren finale bij een pupillentoernooi in Honselersdijk of Ooltgensplaat, dat werk. Cups met grote of kleine oren heb ik nooit omhoog mogen houden, geen kampioensschalen of andersoortige trofeeën.
[…]

In Liter 115 (december 2024) verscheen het verhaal ‘De dominee’:

Ik kende hem wel. De dominee, werd hij genoemd. Misschien vanwege zijn lange zwarte jas, die als een toga om zijn knokige lichaam fladderde. Of vanwege zijn zwarte hoed, een breedgerande, die hem, hoewel het me eigenlijk een dameshoed leek, iets gedistingeerds gaf. Hij liep trouwens ook als een dominee, rechtop, de armen langs het lichaam en de blik op oneindig, zijn gedachten gericht op de Genade Gods, welke is in Jezus Christus en de zeven geesten die voor Zijn troon zijn. Of op iets anders.
[…]

In Tirade 495 (juli 2024) verscheen het verhaal ‘Marcus Adriaanse’:

Het moet een woensdagmiddag geweest zijn. Ik was net begonnen aan het laatste torentje van mijn legokasteel, toen plotseling de bel ging. Terwijl ik naar de voordeur liep om open te doen, herkende ik door het matglas al de oranje helm van Marcus Adriaanse. Hij hield hem voor zich uit alsof hij hem aan iemand wilde overhandigen. In zijn ogen stonden tranen.
[…]